Duurzame landbouw? Geef de boeren gratis geld!

Standaard

Bij het televisieprogramma ‘de Keuringsdienst van Waarde’ ging het over zuivel met het keurmerk ‘On the way to Planet Proof’. Daar zei een of andere natuur- of milieudeskundige dat als we echt planet proof willen boeren, we de veestapel drastisch moeten inperken. We hebben gewoon te veel koeien per hectare grasland, waardoor we bij moeten voeren met veevoer dat onder meer verbouwd wordt in Zuid-Amerika. Daarvoor worden dus bossen gekapt (en Amazonewoud afgefikt). Bovendien kost het vervoer ervan veel fossiele brandstof. Er kwam ook een biologische boer in beeld, die uitlegde dat hij zijn koeien elke dag op een ander veld zette, met een rotatie van zo’n 22 dagen, zodat het grasland kon herstellen (mede met behulp van de mest van de koeien) en dat je door die noodzakelijke rotatie eigenlijk alleen kunt kringloopboeren als je maximaal 1 koe per hectare of minimaal 1 hectare per koe hebt.

Een andere boer, geconfronteerd met die uitspraak, keek erg moeilijk. Hij had een paar jaar geleden een grote stal laten bouwen voor 150 koeien. Als hij daar de helft van moest weg doen, dan kreeg hij vast en zeker ruzie met zijn bank.

Waar het dus op neer komt, is dat een boer graag diervriendelijker wil werken, maar dat het economisch niet uit kan. Datzelfde geldt voor de boeren die groenten en graan produceren. Ze moeten steeds meer productie uit hetzelfde land halen om hun investeringen te kunnen terugbetalen. Dus hebben ze meer kunstmest nodig, en grotere machines, waarvoor ze meer geld moeten lenen, met als gevolg dat ze meer moeten produceren. Intussen raakt door het intensieve bewerken, bemesten en gif spuiten de grond uitgeput waardoor nóg meer kunstmest nodig is… en zo rennen we met zijn allen als lemmingen naar de afgrond.

En dat terwijl een boer diep in zijn hart niets liever wil dan met respect voor zijn land en het milieu zo gezond mogelijk het eten produceren dat wij nodig hebben om te overleven. Zonder zijn dieren te mishandelen door ze volgespoten met antibiotica in te kleine hokken en legbatterijen vet te mesten en uit te knijpen. Maar hij kan niet afschalen, omdat hij dan niet voldoende meer verdient om zélf te overleven. Elke maatregel die wordt voorgesteld om het productieproces te vertragen, te verkleinen, te remmen zodat het redelijker wordt, stuit op verzet. De boer kan het zich niet veroorloven om ‘redelijk’ te werken. Steeds meer boeren zien geen uitweg meer. Het is zelfs zo erg dat het aantal zelfmoorden onder boeren toeneemt.

Wat nu?

We kunnen de boeren heel eenvoudig helpen om deze dwingende groeispiraal te verbreken. Namelijk door de beroepsgroep van de agrariërs in zijn geheel als testgroep te nemen voor een grootschalig experiment met het onvoorwaardelijk basisinkomen. Elke zelfstandige agrariër met dieren die bereid is over te stappen naar milieuvriendelijker methoden krijgt helemaal gratis het minimumloon. En als hij of zij een gezin heeft, nog eens een half minimumloon voor de partner en een kwart per financieel afhankelijk kind. Daar staat tegenover dat de boer(in) moet beloven zo ‘schoon’ mogelijk te gaan werken. Dus de veestapel terugbrengen tot een gezond evenwicht met de grootte van het land. Andere, schonere technieken toepassen, zonder onkruidverdelgers en pesticiden. Stoppen met het gebruik van andere kunstmatige middelen om de productie op te stuwen.

Met deze aanpak slaan we twee vliegen in één klap. Ten eerste hebben we een prima experiment met het basisinkomen, verspreid over heel Nederland en dus zonder rare effecten bij meer lokaal afgebakende proeven. En ten tweede bieden we de agrarische sector de financiële ruimte om zichzelf opnieuw uit te vinden, voor een betere, gezondere manier van werken met grote positieve impact op de planeet.

Natuurlijk zijn er allerlei redenen te bedenken waarom dit idee niet kan werken. Maar laten we ons liever concentreren op manieren om dit soort bezwaren weg te nemen. Want niks doen is uiteindelijk kostbaarder.

Plaats een reactie